‘Tenzin viert feest’ is het kinderboek dat vertelt over het kindmonnikje Tenzin. Het verhaal is gebaseerd op het onderzoek dat de schrijfster, Monique Tekstra-van Lochem deed in het Tibetaans Boeddhistische klooster, Sera Je in Zuid India. In dit blog licht zij de achtergrond van dit boek toe. We beginnen met een deel over de Tibetaanse geschiedenis en politieke achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt.
De vlucht van de Tibetanen naar India
Sinds de Culturele Revolutie in China, waarbij Tibet door China werd bezet en religieuze uitingen grotendeels werden verboden, zijn vanaf 1959 duizenden Tibetanen hun land uit gevlucht. In navolging van hun spiritueel en politiek leider, de Dalai Lama (Tenzin Gyatso), doorkruisten zij de Himalaya, veelal te voet, en vestigden zich in Nepal en India. Het grootste deel van de Tibetanen kreeg asiel in India. De Dalai Lama kreeg voor zichzelf en zijn volk stukken grondgebied toegewezen. Onder andere in McLeod Ganj, of Dharamsala, waar hij zelf met vele landgenoten ging wonen. Maar ook in het zuiden van India, net ten noorden van de stad Mysore werd een groot stuk land door India aan de Tibetanen gegeven.
Dat stuk land werd de Tibetaanse settlement Bylakuppe. En in die settlement werd een van Tibets grootste en belangrijkste kloosters opnieuw gesticht: het Sera klooster. In dat klooster wonen nu, in ballingschap zo’n 5000 monniken, van wie er ongeveer 1800 onder de 18 jaar zijn. Kinderen dus.
Traditie
Van oudsher is het in Tibet gebruikelijk om tenminste 1 kind uit ieder gezin te laten toetreden tot het klooster. Veelal is dat de tweede zoon, omdat de oudste de boerderij (Tibetanen zijn. van oorsprong nomadische boeren) overneemt. Voor een Boeddhist is het van belang dat hij/zij zoveel mogelijk tijd besteedt aan het bestuderen van de dharma (de Boeddhistische leer). Het hoogste ideaal is dus om monnik of non te worden en zo alle tijd te kunnen besteden aan het Boeddhisme. Maar dat kan niet iedereen, omdat er ook gewerkt moet worden. En dus is een zeer praktische oplossing om tenminste 1 gezinslid monnik of non te laten worden, zodat die persoon de honneurs kan waarnemen.
En dat gebeurt dus nog steeds. Tegenwoordig echter worden kinderen niet alleen naar een klooster gestuurd vanwege religieuze overwegingen, maar ook om de de Tibetaanse identiteit zo goed mogelijk te behouden.
Tibetaanse identiteit
Sinds de Culturele Revolutie worden religieuze uitingen in Tibet niet meer veelvuldig toegestaan. Kloosters bestaan nog, maar ook daarbinnen mag men zich nog beperkt wijden aan het geloof. Om de grote toestroom van monniken in te perken mogen er geen kinderen meer toetreden tot de kloosters. Pas vanaf 18 jaar mag men monnik of non worden.
Je kunt je voorstellen dat dat het aantal kloosterlingen enorm doet afnemen. Er zijn immers maar weinig mensen die zich op volwassen leeftijd nog willen toeleggen op een celibatair leven en volledige toewijding tot het geloof.
Aangezien kloosters van oudsher ook de belangrijkste onderwijsinstellingen van het land waren, komt ook die mogelijkheid met deze beperking te vervallen. Kinderen moeten naar reguliere (hoofdzakelijk Chinese) scholen en leren zo niet meer hun eigen taal (Tibetaans), geschiedenis en religie. Dit zijn belangrijke onderdelen van de Tibetaanse identiteit.
En dus worden veel kinderen naar India of Nepal gestuurd, omdat de kloosters daar wel onderwijs mogen geven, gebaseerd op de Tibetaanse waarden en normen.
En dat zijn de kinderen over wie het boek ‘Tenzin viert feest’ gaat. Wil je weten hoe het leven in zo’n klooster is voor een kind? Lees dan ook de volgende blogs.